Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe verloopt een dagvaardingsprocedure?


Het gros van de letselschadezaken wordt zonder tussenkomst van een rechter afgewikkeld met (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij. Af en toe komt het voor dat het geschil niet onderling opgelost kan worden omdat de ideeën over hoe dit zou moeten te ver uiteen lopen. Zo kan er discussie zijn over de vraag of er iemand aansprakelijk is en zo ja, in welke mate. Maar ook wanneer het duidelijk is wie er aansprakelijk is kan er verschil van inzicht bestaan tussen partijen, bijvoorbeeld over de hoogte of looptijd van de schade. In dat geval kan een rechterlijk oordeel worden gevraagd. Partijen hebben onder andere de mogelijkheid een dagvaardingsprocedure te starten. Hoe een dergelijke procedure in hoofdlijnen verloopt zet ik in deze blog uiteen. 

Dagvaardingsprocedure bij de rechtbank
Een dagvaardingsprocedure is een procedure bij de rechtbank die start doordat een deurwaarder op verzoek van een eisende partij een dagvaarding uitbrengt aan de gedaagde partij. In de dagvaarding staat onder andere beschreven welk geschil er tussen partijen speelt, wat de eisende partij vordert en wanneer de gedaagde in de rechtbank moet verschijnen. 

De gedaagde partij reageert eerst schriftelijk op de dagvaarding met een zogeheten conclusie van antwoord. Daarin geeft hij zijn visie op het geschil. De rechter bestudeert vervolgens beide stukken en besluit of hij het nodig vindt dat partijen nogmaals schriftelijk op elkaar reageren. Een dergelijk tweede schriftelijk stuk heet voor de eiser conclusie van repliek en voor de gedaagde conclusie van dupliek. Wanneer de rechter een tweede schriftelijke ronde niet nodig vindt nodigt de rechter partijen vaak uit voor een zitting, ook wel comparitie van partijen.

Tijdens een comparitie van partijen wil de rechtbank inlichtingen verkrijgen. De rechter stelt vragen aan partijen over het geschil. Ook krijgen zij beiden de gelegenheid om hun standpunten mondeling toe te lichten. Tijdens een comparitie kan de rechter een voorlopig oordeel geven over het geschil en/of partijen de mogelijkheid bieden om (eventueel met het voorlopig oordeel in het achterhoofd) nog eens te proberen of zij het geschil niet onderling kunnen oplossen. De zitting wordt in dat geval geschorst zodat partijen op de gang kunnen overleggen. 

Getuigenverhoor en/of deskundigenbericht
Komen partijen nog altijd niet onderling uit het geschil, dan bekijkt de rechter of er zich voldoende stukken in het dossier bevinden op basis waarvan de rechter een uitspraak kan doen. Is dat niet het geval, dan geeft de rechter in een tussenvonnis aan welke stellingen nader onderbouwd moeten worden. De rechter bepaalt in dat geval ook wie het bewijs moet leveren; de eiser of de gedaagde. Voor het leveren van bewijs kan er bijvoorbeeld een getuigenverhoor worden bevolen of een deskundige worden ingeschakeld.

Vonnis
Nadat partijen de kans hebben gehad bewijs te leveren worden de stellingen van partijen en het bewijs opnieuw door de rechter bekeken. Vervolgens schrijft de rechter een vonnis waarin hij uitspraak doet over het geschil. In het vonnis bepaalt de rechter ook welke partij de kosten van de procedure moet dragen.  

Hoger beroep bij het gerechtshof
Nadat de rechter uitspraak heeft gedaan hebben partijen drie maanden de tijd om in hoger beroep te gaan wanneer zij het niet eens zijn met de uitspraak. Dit kan alleen indien de vordering meer dan € 1.750,00 bedraagt. 

Indien het vonnis van de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad is verklaart, schorst het hoger beroep de uitvoerbaarheid van het vonnis niet. Met andere woorden; dan moet er aan het vonnis worden voldaan ondanks dat er hoger beroep is ingesteld. 

Indien u advies wilt over procederen in letselschadezaken, neem dan gerust contact met Ace Letselschade Advocaten.

Leonie Hendriks, 6 juli 2020