Overslaan en naar de inhoud gaan

Schadevergoeding voor naasten


Regelmatig wordt er door of voor naasten, waaronder familieleden of partners, van onze cliënten gevraagd of zij ook recht hebben op schadevergoeding. Het voorval en de gevolgen daarvan hebben immers ook impact op hun leven. Dit leidt in veel gevallen ook voor die naasten tot gemaakte kosten en/of gederfde levensvreugde. Daarnaast kan een slachtoffer als gevolg van een ongeval of geweldsmisdrijf zijn komen te overlijden, waardoor er door nabestaanden kosten worden gemaakt of inkomsten worden gemist. Slechts in een aantal gevallen bestaat er voor deze naasten recht op schadevergoeding, direct of indirect. Ik sta daar in deze blog bij stil.

Verplaatste schade
Op grond van artikel 6:107 BW komen kosten die een derde (niet zijnde een verzekeraar) ten behoeve van een slachtoffer heeft gemaakt voor vergoeding in aanmerking. Het moet dan gaan om kosten die het slachtoffer, als hij deze zelf zou hebben gemaakt, op de aansprakelijke partij zou kunnen verhalen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: 
-    gemaakte brandstofkosten (als het slachtoffer door een familielid naar het ziekenhuis wordt gebracht);
-    een nota van de zorgverzekeraar die door ouders wordt vergoed;
-    kosten van presentjes (voor zover redelijk en indien deze bijdragen aan het herstel van het slachtoffer);
-    huishoudelijke hulp (voor vergoeding hiervan bestaan richtlijnen); en
-    verpleging/verzorging (voor zover het normaal en gebruikelijk is hiervoor professionele hulp in te schakelen). 

Strikt juridisch gezien bestaat er geen recht op vergoeding van tijd besteed aan begeleiding naar bijvoorbeeld ziekenhuisafspraken, maar in de praktijk kan hier in sommige gevallen toch een redelijke vergoeding voor worden verkregen.

Overlijdensschade
Is er sprake van overlijdensschade waarvoor een ander aansprakelijk is, dan hebben bepaalde nabestaanden recht op vergoeding van een beperkt aantal schadeposten. Dit is geregeld in artikel 6:108 BW

In dat artikel is bepaald wie tot de kring van gerechtigden behoort (onder meer echtgenoot, kinderen, geregistreerd partner, ouders, grootouders, kleinkinderen, schoonkinderen, broers en zusters) en welke schadeposten er kunnen worden gevorderd. Dit zijn, afhankelijk van de relatie met de overledene en de situatie vóór overlijden, gederfd levensonderhoud (ook in natura) en kosten lijkbezorging (alle kosten die samenhangen met de uitvaart).

Shockschade
In het zogenoemde Taxibusarrest heeft de Hoge Raad in 2002 geoordeeld dat in sommige gevallen naast het slachtoffer zelf ook een derde recht kan hebben op schadevergoeding wanneer er sprake is van shockschade. Een nauwe affectieve relatie is hiervoor niet vereist, maar zal er wel sneller toe leiden dat shockschade wordt aangenomen. Er bestaat een recht op schadevergoeding als:

1.    Er sprake is van een onrechtmatige daad als gevolg waarvan iemand ernstig gewond is geraakt of is overleden;
2.    Er bij die derde sprake is geweest van een hevige emotionele schok welke moet zijn veroorzaakt door het waarnemen van het ongeval (of geweldsmisdrijf) of de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan. Over de vraag of hiervan sprake is geweest wordt regelmatig geprocedeerd. Inmiddels is duidelijk dat ook confrontatie met bijvoorbeeld foto- of videobeelden voldoende kan zijn. Of er sprake is van een directe confrontatie zal per geval beoordeeld moeten worden; en
3.    Uit de schok geestelijk letsel voortvloeit, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Denk daarbij onder meer aan een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Medische onderbouwing is noodzakelijk.

In geval van shockschade komt zowel materiële als immateriële schade voor vergoeding in aanmerking.

Affectieschade
Per 1 januari 2019 is de Wet Affectieschade in werking getreden. Hierdoor hebben naasten en nabestaanden van slachtoffers, in geval van overlijden of ernstig en blijvend letsel waarvoor iemand aansprakelijk is, een zelfstandig recht op een vorm van smartengeldvergoeding. 

De vergoeding bestaat uit vaste bedragen welke liggen tussen de € 12.500,00 en € 20.000,00. Het overzicht van de bedragen en de personen die daarop aanspraak kunnen maken vindt u hier. De hoogte van het bedrag hangt af van de relatie met het slachtoffer, of er sprake is van overlijden of ernstig en blijvend letsel en of dit veroorzaakt is door een misdrijf of niet. Of er sprake is van ernstig en blijvend letsel dient per geval beoordeeld te worden.

Schade?
Wilt u weten of uw naasten recht hebben op schadevergoeding voor door hen gemaakte kosten? Of bent u naaste van een slachtoffer en lijdt u (immateriële) schade die u graag vergoed zou willen zien? Neemt u dan gerust contact op met Ace Letselschade Advocaten voor vrijblijvend advies.

Jildou Berduszek, 3 augustus 2020