Overslaan en naar de inhoud gaan

Aansprakelijkheid en collectieve ongevallenpolis bij blessures in het amateurvoetbal


Als wij de bal hebben, kunnen zij niet scoren zei Johan Cruijff ooit. Maar balbezit leidt er ook toe dat de tegenstander er alles aan zal doen om u van het scoren te weerhouden. Van een verdediger behoeft u in zo’n situatie niet alleen maar tactisch voetbal te verwachten. De nodige slidings en tackles zullen daarbij worden ingezet. ‘Voetbal is oorlog’, aldus immers voormalig Ajaxtrainer Rinus Michels. In sommige gevallen gaat voetbal daarom ook gepaard met (ernstig) letsel. Ik denk bijvoorbeeld aan de verdediger die met twee gestrekte benen inkomt en een dubbele onderbeenfractuur bij zijn tegenstander veroorzaakt. Zo’n actie rechtvaardigt mijns inziens zonder meer een rode kaart, maar is dit ook onrechtmatig waardoor op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW) een schadevergoedingsplicht ontstaat? En als dat niet zo is, zijn er voor u als benadeelde dan nog alternatieve mogelijkheden om uw schade vergoed te krijgen? In deze blog bespreek ik het aansprakelijkheidsrecht in sport- en spelsituaties en sta ik met u stil bij de collectieve ongevallenpolis van de KNVB. 

De verhoogde drempel voor aansprakelijkheid 
Uit de rechtspraak volgt dat er bij sport- en spelsituaties minder snel een schadevergoedingsplicht ontstaat. Voetbal is een contactsport waarbij fysiek contact tussen spelers in de vorm van tackles, slidings, duwen en trekken bij duels om de bal op zich niet ongebruikelijk is. Tijdens deze duels vinden onvermijdelijk ook acties plaats die gevaarlijk, slecht gecoördineerd, verkeerd getimed of ondoordacht zijn. Ook dat is volgens de rechter een onderdeel van het spel waarop men bedacht moet zijn. Aansprakelijkheid kan dan ook pas aan de orde zijn als sprake is van een zodanige actie dat deze valt buiten het normale risico dat men in een voetbalwedstrijd loopt. Daarbij moet gedacht worden aan een opzettelijke of abnormaal gevaarlijke gedraging. Overtreding van de spelregels is op zichzelf niet voldoende voor het aannemen van aansprakelijkheid. Het is wel een factor die meetelt bij de beoordeling daarvan (Hoge Raad 28 juni 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0300).

‘We are running after the facts’ (Louis van Gaal)
De beantwoording van de vraag of sprake is van opzet dan wel van een abnormaal gevaarlijke gedraging is bijzonder feitelijk en daarom ook sterk afhankelijk van hetgeen (partij)getuigen daarover hebben verklaard. Een benadeelde draagt als eisende partij juridisch gezien de bewijslast daarvan. Eventuele onzekerheden over de toedracht kunnen dan ook leiden tot afwijzing van de vordering. 

Uit de rechtspraak zijn een aantal factoren te herleiden die van belang lijken te zijn bij de beantwoording van voornoemde vraag. Ik noem onder andere de volgende factoren: 

-    de vraag of er (veiligheids)spelregels geschonden zijn;
-    de wijze waarop de overtreding heeft plaatsgevonden;
-    de vraag of er ten tijde van de gedraging sprake was van een spelsituatie. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer er sprake is van balbezit;
-    de vraag of van de letselschade veroorzakende gedraging nog had kunnen worden afgezien;
-    de sfeer en de omstandigheden van de wedstrijd (waaronder ook de conditie van het veld); 
-    de stand ten tijde van het incident en het niveau waarop werd gevoetbald;
-    de vraag of, in het geval er een overtreding is gemaakt, deze ook door de scheidsrechter en KNVB bestraft is;
-    de vraag of er voor wat betreft het incident ook strafrechtelijke vervolging heeft plaatsgevonden.

In de praktijk zorgt met name de vraag of er (veiligheids)spelregels geschonden zijn voor discussie. Zo oordeelde de Hoge Raad dat natrappen terwijl de bal niet meer in de buurt was als onrechtmatig kon worden aangemerkt.  De geruchtmakende overtreding van Bouaouzan op Kokmeijer had zelfs een strafrechtelijke veroordeling voor zware mishandeling tot gevolg. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wees recentelijk echter nog een vordering af van een voetballer die als gevolg van een ernstige blessure uiteindelijk een onderbeenamputatie moest ondergaan.  Daarbij probeerden twee tegenstanders hem zonder succes een scoringskans te ontnemen. De voetballer wist de bal toch in het doel te krijgen, maar was daarbij wel ten val gekomen en bleef zwaar geblesseerd achter op het veld. Het gerechtshof maakt de vergelijking met de overtreding van Bouaouzan op Kokmeijer en geeft aan dat Bouaouzan geen sliding inzette, maar met grote kracht en snelheid met zijn been ongeveer een halve meter boven de grond inkwam op het been van Kokmeijer. Volgens het gerechtshof is in de onderhavige zaak niet komen vast te staan dat de tegenstander met twee benen vooruit op hem afsprong en de bal niet kon spelen, omdat deze onbereikbaar voor hem was. Dat de tegenstander daarbij van schuin achter een sliding inzette, leidt volgens het gerechtshof niet tot een ander oordeel. Tot zover dus toch weer de nuance in de grote hoeveelheid rechtspraak op dit gebied.

De collectieve schadeverzekering
Uit het voorgaande blijkt dat het huidige aansprakelijkheidsrecht over het algemeen weinig mogelijkheden biedt voor schadevergoeding bij blessures. Reden waarom prof. mr. dr. A. Kolder in zijn publicatie in het tijdschrift Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade (AV&S 2017 afl. 6) al pleitte voor een verbetering van de positie van voetballers die letselschade lijden door een ernstige blessure. De KNVB heeft inmiddels in samenwerking met verzekeringsmaatschappij AON een verzekeringsproduct ontwikkeld, de collectieve ongevallenverzekering. Ik bespreek hieronder kort onder welke omstandigheden er een beroep kan worden gedaan op deze verzekeringspolis. 

Beknopt dekkingsoverzicht van de collectieve ongevallenverzekering KNVB
De verzekering biedt een vergoeding wanneer sprake is van:
-    ‘een plotselinge, ongewilde en van buiten komende gewelddadige rechtstreekse inwerking op het lichaam van de verzekerde;
-    welke geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel veroorzaakt;
-    en waarvan de dood, blijvende invaliditeit of genees- en/of tandheelkundige kosten het gevolg is/zijn.’

De verzekering is onder andere van toepassing tijdens alle activiteiten van de club, dus niet alleen deelname aan trainingen of wedstrijden, maar ook overige activiteiten die het belang van de vereniging dienen. Ook tijdens de reis naar of van dergelijke activiteiten is er dekking onder de verzekeringspolis zolang gereisd wordt via de kortste weg zonder onderbrekingen.
Verzekerd zijn de geregistreerde leden van de amateursectie van de verzekeringnemer, zoals junioren, pupillen, bestuurs- en commissieleden, vrijwilligers, scheidsrechters en grensrechters. Is de voetbalvereniging waar u ingeschreven staat dus aangesloten bij de KNVB, dan bent u automatisch verzekerd onder deze collectieve ongevallenpolis. In sommige gevallen zijn ook niet geregistreerde leden verzekerd. Denk bijvoorbeeld aan door de voetbalvereniging georganiseerde schoolvoetbalwedstrijden. 

Tot slot
Omdat de ene tackle de andere niet is, zal per situatie moeten worden beoordeeld of er onrechtmatig is gehandeld. Neem voor vrijblijvend advies gerust contact op met Ace Letselschade Advocaten. Onder bepaalde voorwaarden kan eventueel een beroep worden gedaan op de collectieve ongevallenpolis van de KNVB.

Aafke van Klinken, 2 maart 2020