Overslaan en naar de inhoud gaan

Geen beroep op wapenclausule in de polisvoorwaarden van een AVP


In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2019  las ik tot mijn genoegen over de toewijzing van een schadevergoeding aan een dertienjarig slachtoffer.

Een leeftijdsgenoot had hem met een vlindermes in zijn rug gestoken. Door dit steekincident heeft het minderjarige slachtoffer ernstig lichamelijk en geestelijk letsel opgelopen. Zijn wettelijk vertegenwoordiger vordert schadevergoeding en wendt zich daartoe tot de dader en zijn aansprakelijkheidsverzekeraar. 

Uitsluiting op grond van de wapenclausule 

De aansprakelijkheid van minderjarigen is geregeld in artikel 6:169 Burgerlijk Wetboek. In dat 
artikel wordt bepaald dat degene met het ouderlijk gezag of de voogdij in beginsel aansprakelijk is
voor de schade die het kind toebrengt (zie hierover ook de eerdere blog van mijn kantoorgenote Jildou Berduszek). Op grond van dit artikel heeft Univé aansprakelijkheid richting het slachtoffer erkend.

Univé stelt zich echter op het standpunt dat zij, ondanks erkenning van aansprakelijkheid, niet gehouden is om de schade te vergoeden. De schade is volgens Univé niet verzekerd. In de polisvoorwaarden van de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) staat namelijk dat alle schade die verband houdt met het bezit of gebruik van (verboden) wapens niet verzekerd is (de zogeheten wapenclausule). 

De uitspraak: ruimte voor maatwerk wegens maatschappelijke functie AVP

De rechtbank verwerpt het beroep van Univé op de wapenclausule en het gerechtshof houdt dit oordeel in stand. De wapenclausule maakt onderdeel uit van de AVP. Deze verzekering heeft ook een maatschappelijke functie. Een dergelijke verzekering stelt de aansprakelijke in staat om de door hem of voor zijn risico onrechtmatig toegebrachte schade aan de benadeelde te vergoeden. Deze maatschappelijke functie en de daarop gebaseerde verwachtingen van verzekerden, rechtvaardigen een ruime dekkingsomvang. Het gerechtshof onderstreept nog eens dat uitsluitingsclausules zoals de wapenclausule daarom duidelijk en begrijpelijk moeten zijn. 

Het gerechtshof is van oordeel dat in dit geval de wapenclausule onvoldoende duidelijk maakt dat de uitsluiting ook geldt voor de risicoaansprakelijkheid van ouders voor kinderen tot en met veertien jaar. Daarmee bestaat er dus twijfel over de betekenis van de wapenclausule. Om die reden moet voor de ouders van de dader (de verzekerden) de meest gunstige uitleg gelden. Dat leidt er toe dat Univé in dit geval geen beroep toekomt op toepassing van de wapenclausule en de schade van het minderjarige slachtoffer moet vergoeden.  

Onder verwijzing naar een uitspraak van de Hoge Raad van 13 april 2018 is er volgens het gerechtshof ruimte voor maatwerk bij de wapenclausule in verband met de maatschappelijke functie van de aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP). Dat betekent dat er ruimte bestaat om de wapenclausule, alhoewel deze in dat specifieke geval van toepassing is, vanwege de bijzondere omstandigheden van het geval niet van toepassing te verklaren zodat daarmee redelijke en maatschappelijke aanvaardbare resultaten worden bereikt.

In de onderhavige casus zijn er volgens het gerechtshof dermate bijzondere omstandigheden aanwezig dat toepassing van de wapenclausule in dit geval niet tot een redelijk aanvaardbaar resultaat zou leiden. De wapenclausule blijft daarom buiten toepassing. Die omstandigheden zijn onder meer dat:
-    het ging om een dertienjarige dader;
-    de ouders van de dertienjarige dader geen verwijt konden worden gemaakt inzake het gebruik van het vlindermes door hun zoon;
-    de ouders financieel niet in staat zijn om de schade aan het slachtoffer te vergoeden;
-    het steekincident voor het slachtoffer grote financiële gevolgen heeft gehad en nog steeds heeft;
-    het slachtoffer geen enkel verwijt treft.

Tot slot

Uitgangspunt is en blijft dat het een verzekeraar vrijstaat om in de polisvoorwaarden te omschrijven welke schade hij wel of niet wil vergoeden. Een wapen is bestemd om te verwonden of zelfs te doden en dus een voorwerp dat het risico op schade in zich draagt. Het is vanuit dat oogpunt dan ook begrijpelijk dat verzekeraars dat risico niet willen verzekeren. Deze uitspraak laat echter zien dat er onder bijzondere omstandigheden ruimte is voor maatwerk. Die bijzondere omstandigheden hebben er in dit geval toe geleid dat de wapenclausule buiten toepassing blijft en Univé dus de schade aan het slachtoffer moet vergoeden.