Overslaan en naar de inhoud gaan

Het verhaalsrecht van de werkgever (loonregres)


Een aantal weken geleden werd ik door de werkgever van één van mijn cliënten gebeld. Zijn werknemer zat al een aantal weken ziek thuis na betrokken te zijn geweest bij een verkeersongeval. De werkgever betaalde niet alleen het loon door aan deze werknemer, hij maakte ook extra kosten omdat hij de arbodienst had ingeschakeld en een vervangende arbeidskracht had aangesteld. Logischerwijs informeerde de werkgever daarom bij mij naar zijn verhaalsrechten als werkgever. Wanneer kan de werkgever de kosten van loondoorbetaling vorderen en hoever strekt zijn verhaalsrecht? In deze blog geef ik onder meer antwoord op deze vragen.

Wanneer heeft de werkgever een verhaalsrecht in letselschadezaken?
De werkgever is op grond van artikel 7:629 lid 1 BW verplicht om (een gedeelte van) het loon van een arbeidsongeschikte werknemer in ieder geval gedurende twee jaar door te betalen aan de werknemer. Dit is ook het geval wanneer de werknemer arbeidsongeschikt is geraakt door toedoen van een derde. Denk bijvoorbeeld aan de werknemer die een trap krijgt van het paard van de buurman of betrokken raakt bij een verkeersongeval. De werkgever kan in dat geval zijn schade verhalen op de aansprakelijke verzekeraar van de eigenaar van het paard of de auto.  

De reikwijdte van het loonregres
Het verhaalsrecht van de werkgever staat in artikel 6:107a BW. Lid 2 van dat artikel bepaalt:

‘Indien een werkgever krachtens artikel 629 lid 1, van boek 7 of krachtens individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verplicht is tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid van de gekwetste het loon door te betalen, heeft hij, indien de ongeschiktheid tot werken van de gekwetste het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, jegens deze ander recht op schadevergoeding ten bedrage van de door hem betaalde loon, doch ten hoogste tot het bedrag, waarvoor de aansprakelijke persoon, bij het ontbreken van de loondoorbetalingsverplichting aansprakelijk zou zijn, verminderd met een bedrag, gelijk aan dat van de schadevergoeding tot betaling waarvan de aansprakelijke persoon jegens de gekwetste is gehouden.’

Uit de wettekst blijkt al dat het verhaalsrecht van de werkgever niet onbegrensd is. Het verhaalsrecht is namelijk beperkt tot het loon dat de werkgever op grond van artikel 7:629 lid 1 BW of op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigd is. Daarnaast kan de werkgever alleen aanspraak maken op vergoeding van de kosten die de werknemer zelf zou hebben kunnen vorderen als geen sprake zou zijn van verplaatsing van die schade (het zogeheten ‘civiel plafond’). Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt tot slot dat de werkgever alleen het nettoloon kan vorderen. De werkgever kan dus alleen het bedrag verhalen dat de werknemer tijdens zijn arbeidsongeschiktheid op zijn bankrekening gestort krijgt. Dit laatste werd vrij recent nog eens door de Hoge Raad bevestigd toen hij zich moest uitlaten over de vraag of de pensioenpremie die door een werkgever verplicht is afgedragen tijdens arbeidsongeschiktheid van een werknemer, onder het verhaalsrecht van de werkgever valt. De Hoge raad oordeelde dat het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie niet te kwalificeren is als loon en daarmee niet onder het verhaalsrecht van de werkgever valt. Het werknemersgedeelte van de pensioenpremie is wel te kwalificeren als loon, maar valt eveneens niet onder het verhaalsrecht van de werkgever ex artikel 6:107a BW. 

Welke kosten kan de werkgever wel en niet concreet verhalen op de aansprakelijke partij?
Uit de wet en rechtspraak blijkt dus onder meer dat de werkgever niet meer kan vorderen dan hij op grond van de wet en / of arbeidsovereenkomst aan de werknemer verschuldigd is en dat dit begrensd is tot het nettoloon. De werkgever is op grond van de Wet Verbetering Poortwachter echter ook verplicht om de werkgever te begeleiden bij de re-integratie. De hiermee gemoeide kosten kan de werkgever eveneens verhalen op de aansprakelijke partij. Hierbij kan gedacht worden aan kosten van de arbodienst of inschakelen van een re-integratiebureau, kosten van eventuele aanpassing van de werkplek, revalidatiekosten, kosten van vervangend vervoer, administratiekosten voor het opstellen van een plan van aanpak, taxikosten en kosten voor bijscholing. 

Omdat het verhaalsrecht begrensd wordt door het ‘civiel plafond’ kan de werkgever de kosten van vervangend personeel voor de arbeidsongeschikte werknemer niet verhalen op de aansprakelijke partij. Ook ingehouden loonbelasting, sociale premies en afgedragen pensioenpremies vallen niet onder het loonregres. Tot slot kan de werkgever op grond van artikel 6:107a lid 4 BW geen loonkosten verhalen als de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door een gedraging van een andere werknemer, tenzij er sprake is van opzet of grove roekeloosheid. 

Hoe zit het met de buitengerechtelijke kosten?
Uit de rechtspraak volgt dat, wanneer een werkgever ervoor kiest om een advocaat in te schakelen om hem bij te staan ter zake van het loonregres, ook de advocaatkosten in beginsel verhaalbaar zijn op de aansprakelijke partij. Ik verwijs bijvoorbeeld naar een vrij recent arrest van het Gerechtshof Den Haag van 25 februari 2020. Niet alle kosten komen onder alle omstandigheden voor vergoeding in aanmerking. De advocaatkosten moeten namelijk voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets zoals neergelegd in artikel 6:96 BW. Het moet in beginsel redelijk zijn dat er advocaatkosten worden gemaakt en ook de omvang van die kosten dient redelijk te zijn. 

Wilt u hulp bij het verhalen van loonschade op een aansprakelijke partij? Neem contact op met Ace Letselschade Advocaten.